top of page
autismevriendelijke communicatie
logo autismevriendelijk onderwijs

WANNEER BEN IK DUIDELIJK?

AUTISMEVRIENDELIJKE COMMUNICATIE

 

Duidelijkheid en voorspelbaarheid. Daar gaat het om!

 

Misschien denk je nu bij jezelf: ‘Oh, maar ik ben wél duidelijk in mijn boodschappen, want ik geef er veel uitleg bij!’ of ‘Ik visualiseer taken met foto’s, dat is toch autismevriendelijk?’

 

Autismevriendelijke communicatie is helaas geen afvinklijstje. Zoals bij alles wat met autisme te maken heeft, is het maatwerk. Het is niet omdat je veel uitleg geeft of iets visueel maakt, dat het ook duidelijk is voor een kind met autisme.

 

Het is een ware kunst om je communicatie aan te passen aan de behoefte naar duidelijkheid, maar wanneer je de volgende strategieën in acht neemt, ben je al op de goede weg!

duidelijkheid in de klas


communicatie autisme

Eenduidig communiceren

 

Kinderen met autisme hebben het moeilijk wanneer de betekenis van een boodschap niet meteen uit de context duidelijk is. Wanneer een pictogram bijvoorbeeld enkel een bal laat zien, kan de boodschap best veel kanten op: bedoelt men daarmee dat het speeltijd is? Gaan we dan voetballen of volleyballen? Of mag ik in m’n eentje spelen? En moet dat een balspel zijn? Met die precieze bal? Misschien wil de juf gewoon een leuk plaatje laten zien? Wanneer we onze boodschap dus autismevriendelijk willen maken, hoort die ook te zeggen waar het op aankomt: eenduidige communicatie maakt expliciet wat je bedoelt en verwacht.

 

Dit kan helpen:

Zeg expliciet wat je bedoelt. Dan hoeven kinderen met autisme jouw communicatie niet te interpreteren.

​

Gebruik korte zinnen, maar wees niet kortaf. Meer ‘to the point’ is vaak minder stress voor kinderen met autisme.

​

Spreek het kind met autisme persoonlijk aan. Hierdoor is het makkelijker te begrijpen voor een kind met autisme dat de (groeps)instructie (ook) voor hem geldt.

​

Verhelder vage woorden door ze contextueel te maken. ‘Leren’ is bijvoorbeeld een woord met veel betekenissen. Verhelder voor het kind met autisme wat je met leren bedoelt, afhankelijk van de context: oefenen, nalezen, uit het hoofd kennen…

​

Geef één boodschap per keer. Stel één vraag per keer. Geef één opdracht per keer. Van “hoe was je weekend en heb je nog met je vriendje afgesproken?” maak je dus best twee vragen.

​

Verwacht je dat kinderen met autisme iets doen? Maak ook dat dan duidelijk. Mensen met autisme leiden dat niet steeds af uit de context.

​

Pas je taal aan de leeftijd en intelligentie aan. Normaalbegaafde tieners kunnen duidelijkheid gebruiken, geen kleuterpraatjes.

​

Maak je een grapje? Zeg dat dan. Ironie, metaforen of zegswijzen zijn niet altijd duidelijk uit de context.

​

Ondertitel’ ook je eigen gedrag. Zeg wat je gaat doen en waarom je dat doet. Die voorspelbaarheid geeft kinderen met autisme rust.

​

Check hoe het kind je boodschap of instructie begrepen heeft. Vermijd daarvoor een ‘begrijp je het?’ of ‘snap je alles?’, maar stel actievragen zoals ‘wat heb je onthouden van de uitleg?’, ‘wat ga je nu doen?’, ‘wat vond je nog moeilijk?’ …

​

Geef een uitleg of demonstratie indien nodig ook nog eens een tweede keer. Verwacht niet dat alles meteen duidelijk is.

Soms vind ik dat mensen teveel zeveren.

Dan zeggen ze iets en wanneer ik hen vraag wat ze daarmee bedoelen, dan zeggen ze: ‘Niets’.

Dan denk ik: ‘Ja, houd dan gewoon je mond!’”

communicatie autisme
Positieve boodschappen formuleren

 

Wanneer begeleiders van kinderen met autisme hen willen helpen met moeilijke situaties op school, dan nemen ze vaak ‘fout’ gedrag als uitgangspunt: iets dat misloopt, (nog) niet lukt, ongepast is... Je kon eerder al lezen dat enkel verduidelijken dat dit ‘onbeleefd’ of ‘verkeerd’ was, kinderen met autisme niet bepaald verder helpt. Dat komt omdat het soms logische, juiste alternatief helemaal niet zo vanzelfsprekend is voor een autistisch brein!

 

Je kent ongetwijfeld het psychologische trucje ‘Denk niet aan een roze olifant’ en of je het dan wil of niet, die roze olifant flitst toch even door je hoofd. Hij komt immers expliciet aan bod in de instructie. Vergelijkbaar is bijvoorbeeld de instructie: ‘Geen rekenmachine gebruiken bij deze oefening!’ of ‘Niet met je handen eten!’. Die rekenmachine of die handen zullen zeker in je brein opduiken… om daarna vervangen te worden door het logische alternatief: ‘ik moet deze oefening dus uit het hoofd berekenen’ en ‘ik moet mijn bestek gebruiken’. Maar net dat logische alternatief is dus niet zo eenvoudig voor mensen met autisme. En dan blijven de rekenmachine of de handen veel langer hangen.

 

Daarom bestaat duidelijkheid uit zoveel mogelijk positieve formuleringen: wat we net wél bedoelen en verwachten in plaats van wat niet de bedoeling is.

Dit kan helpen:
 
Geef positief geformuleerde instructies waardoor je duidelijk maakt wat het kind wél moet doen.
 
Vermijd negatief geformuleerde regels of afspraken vol woorden als ‘niet…’, ‘geen…’, ‘nooit…’. ‘Niet lopen in de gang’ wordt beter ‘In de gang enkel rustig stappen’ of ‘Niet door elkaar praten’ wordt beter ‘Laat elkaar uitspreken’
 
Ook allerlei afbeeldingen zoals foto’s, tekeningen of pictogrammen laten soms zien wat niet kan of mag, met een kruis erdoor. Gebruik liever afbeeldingen die laten zien wat wel kan en mag.
 
Gebruik dezelfde positieve formulering bij waar een kind mag komen, wanneer een kind iets kan doen, met wie hij dit kan doen, hoe een activiteit uitgevoerd moet worden, …
 
Goede voorbeelden wekken goede ideeën. Laat zelf zien hoe iets moet, zonder te veel in te gaan op wat er allemaal fout is.

Zichtbaar maken wat je bedoelt

 

De inhoud van je boodschap, uitleg of instructie eenduidig en positief formuleren, brengt duidelijkheid voor kinderen met autisme. Maar de verpakking, de vorm, is even belangrijk! Verbale taal is misschien wel de meest gebruikte communicatievorm, maar enkel zinvol als beide partijen elkaar begrijpen. Wie al eens op vakantie ging naar het buitenland, zal wel eens tegen beperkingen van gesproken taal zijn gebotst… Daarnaast is gesproken taal soms moeilijk omdat het even snel weer verdwenen als uitgesproken is. Zichtbare vormen van communicatie zijn vaak al duidelijker en ze blijven langer ‘plakken’ waardoor een leerling met autisme meer tijd heeft om hun bedoeling te achterhalen en te verwerken.

 

Een eerste manier om zichtbaar duidelijk te maken wat je bedoelt, kan met voorwerpen. Een leraar kan een mandje op zijn bureau zetten dat duidelijk maakt waar kinderen hun taakje moeten leggen als het klaar is. De boeken in de kast maken duidelijk waar een kind de andere boeken moet leggen als het moet opruimen.

 

Bij afbeeldingen draait het om wat je ziet. We onderscheiden pictogrammen, tekeningen en foto’s (respectievelijk telkens ietsje duidelijker). Dezelfde leraar kan een pictogram op zijn bureau kleven om duidelijk te maken waar de taakjes gelegd moeten worden en er kan een foto van boeken op de kast gehangen worden.

 

Geschreven taal is weliswaar nog steeds bruikbare, visuele informatie, maar al van een heel ander abstractieniveau. Uiteraard enkel als je kan begrijpen wat je leest. De leraar kan een briefje op zijn bureau leggen ‘hier je taakje inleveren’ en op de kast kan het woord ‘boeken’ zichtbaar gemaakt worden.

 

Ook gebaren of lichaamstaal is zichtbaar, maar die vorm van communicatie blijft minder lang visueel dan de voorgaande vormen. Je verbale taal ermee ondersteunen is dus zeker geen slecht idee!

 

Een keuze tussen de verschillende zichtbare vormen van communicatie komt telkens neer op: welke vorm begrijpt het kind met autisme het best?

 

Dit kan helpen:

​

Kies dus een vorm die past bij jouw leerling. Niet alle kinderen die kunnen lezen begrijpen geschreven taal het makkelijkst. Niet alle kinderen vinden pictogrammen duidelijk.

​

Niet elke woord dat je uitspreekt moet gevisualiseerd worden. Focus je op belangrijke informatie die het kind zeker moet weten of onthouden.

 

Overzichten, stappenplannen, tekeningen … kunnen op verschillende manieren ingezet worden en meer duidelijkheid en voorspelbaarheid brengen. Een leraar die bijvoorbeeld de opbouw van de les noteert op bord en telkens een onderdeel dat klaar is afvinkt, biedt duidelijkheid voor alle leerlingen.

 

Gebruik ook schema’s, pijlen, lijnen of kleuren om je boodschap duidelijk(er) over te brengen. Maak dan wel helder wat precies bedoelt met die schema’s, pijlen, lijnen en kleuren.

 

Overdrijf niet met allerlei vormen van tekst of afbeeldingen. Overdaad schaadt weldegelijk voor kinderen met autisme!

 

Zorg ervoor dat zichtbare communicatie beschikbaar blijft zijn zodat kinderen met autisme ze nog eens kunnen raadplegen als het nodig is.

 

Vergeet niet dat zichtbare communicatie pas duidelijk is als die ook eenduidig en positief geformuleerd is!

 

boek autisme
wat echt werkt kobe vanroy


​

Wat echt werkt bij kinderen met autisme is een praktische gids waarin je ontdekt wat autisme precies is, wat de belangrijkste tien behoeften van deze kinderen zijn en hoe je ze daarin kunt ondersteunen. Het boek biedt concrete tools en eenvoudige strategieën aan, zodat je als (groot)ouder, leerkracht, therapeut of (bege)leider anders en beter kunt leren omgaan met deze kinderen.

Als je de specifieke eigenschappen, mogelijkheden, beperkingen en behoeften van een kind met autisme beter leert kennen, zie je hun gedrag in een ander daglicht. Hierdoor kun je het kind beter snappen, meer begrip opbrengen voor als het moeilijk gaat en gerichter strategieën inzetten om positieve momenten te creëren, thuis of in de klas. Deze kinderen kunnen dan (opnieuw) een fijne relatie ontwikkelen met zichzelf, met jou en met andere belangrijke mensen in hun leven.

​

Wanneer zijn mijn instructies en uitleg ook duidelijk voor een leerling met autisme(1)_edi

2023, Autismevriendelijk Onderwijs                
ondernemingsnummer 1002344055                      
info@autismevriendelijkonderwijs.be

bottom of page